In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen en hun verhalen. . . Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders "Naar boven" roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd spotkał lief en leed, hoogoplopende emocje, paniek en soms dziwaczne położenia, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden jest de paniek groot, ik zie de huilende ouders „Naar boven” roepen ze. Daar Treffen gramy college's en twee politieagenten w een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevalen tot aangrijpende 112 gespreken en van heftige reanimates tot hartverwarmende patenten. Tijdens hun werk worden embolancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd פגש lief en leed, hogoplopende emoties, peniek en sums bizary situaties, mar voral פגש mensen hen hun. Thijs en ik komen binnen דרך de openstaand ומציל. בנדן הוא דה פאניק גרוט, אייק דה הוילנדה אודר ”נאאר בובן” רופן זה. דאר טרפן, אנחנו מחברים את קולגה טווי פוליטיאז 'ן ב-een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewinglos.''

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizard situaties, maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur. Beneden de paniek groot, ik zie de huilende ouders "Naar boven" roepen ze. Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer. Op de commode ligt en klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gespreken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd التقى lief en leed، hoogoplopende المشاعر، paniek en soms غريبة المواقف، maar vooral met mensen hun verhalen. Thijs en ik komen binnen عبر de openstaande voordeur. Beneden هو de paniek groot، ik zie de huilende ouders'Naar boven "roepen ze. Daar treffen نحن نقوم بتجميع collega's en twee politieagenten في een kleine kinderkamer. Op de commode ligt een klein meisje، bleek en bewegingloos.

dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten에서. Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd는 lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms 기괴한 상황, maar vooral met mensen hun verhalen을 만났습니다. de openstaande voordeur를 통한 Thijs en ik komen binnen. Beneden은 de paniek groot, ik zie de huilende ouders "Naar boven" roepen ze입니다. Daar treffen 우리는 een kleine kinderkamer에서 collega의 en twee politieagenten을 활용합니다. Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.

In dit boek deelen ze hun verhalen van zware ongevallen tot aangrijpende 112 gesprekken en van heftige reanimaties tot hartverwarmende patienten.Tijdens hun werk worden ambulancehulpverleners en meldkamercentralisten geconfronteerd met lief en leed, hoogoplopende emoties, paniek en soms bizarre situaties, maar vooral met mensen hun verhalen.Thijs en ik komen binnen via de openstaande voordeur.Beneden is de paniek groot, ik zie de huilende ouders «Naar boven» roepen ze.Daar treffen we onze collega's en twee politieagenten in een kleine kinderkamer.Op de commode ligt een klein meisje, bleek en bewegingloos.